Wildeman wil Majesteit ontslaan

Ruurlo – Goedemiddag lezers. Ik weet dat u al dagenlang op mijn update wacht betreffende de ontwikkelingen in Den Haag. Maar ik moest even de eerste confrontatie van de regeringsploeg versus het parlement afwachten. Het was gelukkig feest! Wildeman pareerde meteen de poging van Mark om de oppositie te paaien. Om te laten zien wie er in dit land in feite de baas is, gooide hij zijn eerste troefkaart het parlement in.
Majesteit moet zich in het vervolg bezig houden met het knippen van linten, het ontvangen van bevriende Koningshuizen en het borstelen van haar lievelingspaard.
Wildeman wil haar per zo spoedig mogelijk ontslaan als hoofd van de regering. Zonder gouden handdruk, maar daar zal Majesteit niet wakker van liggen.
Wel vindt zij het gênant dat in het openbaar wordt gepraat over haar aanstaande ontslag en dan nog wel door zo’n losgeslagen meneer die ook hoofdvodden verbiedt – daarmee kun je haar toch niet op een lijn stellen?
Majesteit zucht en tuurt over de terreinen van Huis ten Bosch. Wat en wie zal deze vreemde man – die in de Tweede Kamer zich demonstratief zit te vervelen door poppetjes op een kladblaadje te fröbelen – nog meer gaan verbieden?
Ze denkt aan Alex die al bij zijn geboorte een leuke baan is beloofd.
Nou, die kan hij ook wel vergeten nu de gedoog-prins twee coalitiepartijen in zijn ijzeren greep gevangen houdt.

De Gouden Koets, verdorie de Gouden Koets! Het zal – God beware ons! – toch niet Wildeman zijn die als eerste President van de Republiek Nederland in die prachtige karre naar de Ridderzaal toert om daar de Troonrede (…eh… de Republikeinse decreten) uit te spreken (…eh… af te kondigen).
Vandaag, denkt Majesteit, moet Mark – tijdelijk de meest begeerde vrijgezel van Nederland – de stormen weerstaan. Wat zal hij zeggen over het vreselijke voorstel van Wildeman?
“In het besef dat Gods zegen op je werk rust, wens ik je – lieve Mark – veel wijsheid en incasseringsvermogen toe”.
Majesteit tast in haar handtas naar haar tweede paspoort.
Dat haar geboorte in Engeland toch nog eens van pas kan komen.