“In Ruurlo werd de burger te woord gestaan”

door Ton Oskam
 
Ruurlo – Goedemiddag lezers – Door het overlijden van Jan de Groot – de op een na de laatste burgemeester van Ruurlo- besef je hoe kort geleden het nog maar is dat Ruurlo zelfstandig was. De lijnen tussen de burger en het gemeentebestuur waren toentertijd kort. Ik heb meermalen een raadsvergadering bezocht en na afloop was de pers erbij als er beneden naast de receptie met een glaasje informeel werd nagepraat. Elke dinsdag toog ik naar gemeentesecretaris Bilderbeek om op de hoogte te worden gebracht van de gemeentelijke gang van zaken. De opvolgster van De Groot, die ik enkele keren interviewde, heette gewoon Loes. Allemaal herinneringen aan een klein dorp met een zeer toegankelijk gemeentehuis en -bestuur.

“Berkelland” is andere koek; de lijnen zijn langer en dat is het logische verschil tussen het besturen van 45.000 inwoners tegenover de vroegere 8.500 Ruurlose ingezetenen. De plaatselijke visboer krijgt nu te horen dat de wethouder het niet zinvol vindt om over de volgens hem te hoge standplaatsgelden te komen praten: die liggen nu eenmaal vast. Was Huize Ruurlo er nog maar, moet de visboer hebben gedacht – daar kon je zo binnenwandelen om over de lokale problemen te praten. 

Toen Joep Scholten op RuurloVandaag naar de foto van Jan de Groot keek, borrelden ook bij hem de reminiscenties aan het verleden op.
“Na burgemeester Ordelman, die nog dacht een directe nazaat te zijn van een Napoleon of een andere potentaat, was Jan de Groot een verademing. Ik bezocht toen elke gemeenteraadvergadering en dat deed ik in de hoedanigheid van bestuursvoorzitter van het Democratisch Platform Ruurlo, een plaatselijke politieke partij die ik met een paar gelijkgestoorden had opgericht. Jan de Groot was ook burgermeester toen het DPR een wethouder leverde in de persoon van Ab Visser.
Visser stond voor anderhalve dag per week op de loonlijst, net zo als Wim Rijkenbarg die de andere wethouderspost vervulde. Achteraf kun je stellen dat die periode bestuurstechnisch een van de hoogtepunten betekende voor Ruurlo. Beide bestuurders hebben ook naar een passende invulling voor het Kasteel gezocht toen de landelijke politiek zelfstandig Ruurlo de nek omdraaide. Ze kwamen met een prima voorstel. We kennen de afloop.
Van Ab Visser en Wim Rijkenbarg weet ik dat ze spreekuur hielden voor elke burger die hen persoonlijk wilde spreken. Ook kon je een afspraak maken. Kortom; je werd te woord gestaan.
Nu hebben we in Berkelland een drietal fulltime wethouders en ik krijg steeds meer signalen dat de heren het rechtstreekse contact met de burgers mijden als de pest.
Bij de viskar van Hoekman afgelopen zaterdag twee voorbeelden. Hoekman zelf, die sinds “Berkelland” zit opgescheept met enorm gestegen staangeld. Hij wilde daarover een gesprek met de betreffende wethouder. Maar Leo Scharenborg wil niet met hem praten. In het zicht van mijn twee vers schoongemaakte haringen sprak ik mijn verbazing daarover uit. Ik werd onmiddellijk getrakteerd door een mijnheer naast me, een woningbouwondernemer, die verhaalde over elke weigering van een gesprek over bouwvergunningen die te laat of helemaal niet komen.
Wat is hier aan de hand? Drie fulltime wethouders . Even teruggerekend is hun werkbelasting niet groter dan de twee parttimers in Ruurlo. Waarom weigeren zij mensen te woord te staan?  Hebben zij niet begrepen hoe de functie van een openbaar bestuurder moet worden ingevuld?
Van de raadsleden die Ruurlo vertegenwoordigen hoor je overigens ook weinig of niets als het over Ruurlose zaken gaat. “
* Foto archief TostiPress/RuurloVandaag